Aftrekbare kosten eigen woning en verdeling

Aftrekbare kosten eigen woning en verdeling

15 oktober 2020

Aftrekbare kosten

Deze kosten worden in 2020 maximaal in aanmerking genomen tegen een tarief van 46%. Dat is dus 3,50%-punt lager dan waartegen de inkomsten uit de eigen woning – met name het eigenwoningforfait – maximaal worden belast (49,5%). Volgend jaar wordt het percentage waartegen de kosten maximaal in aanmerking worden genomen met 3%-punt verlaagd. Hypotheekrente is dan aftrekbaar tegen maximaal 43%. De komende jaren daalt het aftrekpercentage verder. In 2022 naar 40% en in 2023 naar het tarief van de eerste belastingschijf (37,05%). Dat leidt tot een verlaging van het belastingvoordeel en een stijging van de woonlasten.

Verdeling bij fiscale partners

Fiscale partners kunnen de inkomsten uit eigen woning vrij toedelen. Meestal is het slim het negatieve inkomen in aftrek te brengen bij de partner met het hoogste inkomen. Fiscale partners kunnen de belastbare inkomsten uit eigen woning toedelen in elke verhouding die zij willen. Het gaat hier om het saldo van inkomsten (eigenwoningforfait) en aftrekbare kosten (zoals hypotheekrente). 

Omdat het saldo in de regel negatief is – de aftrekbare kosten zijn hoger dan de belastbare inkomsten – is sinds 2001 het ingesleten automatisme om dit negatieve saldo toe te rekenen aan de meestverdienende partner, de partner die in een hogere schijf inkomstenbelasting wordt aangeslagen dan de andere partner. Dan heb je immers het meeste voordeel van de hypotheekrenteaftrek.

Maar omdat het tarief waartegen kosten in aftrek gebracht kunnen worden, steeds lager wordt, is het niet meer op voorhand duidelijk wat fiscaal/financieel het meest gunstig uitpakt. In 2023 moet je dit negatieve saldo juist toerekenen aan de minstverdienende partner. Immers, de aftrek vindt vanaf 2023 feitelijk altijd plaats tegen het basistarief van 37,05%. Daar valt door toerekening dus geen voordeel te behalen. Dat is wel het geval bij het eigenwoningforfait.

Als de meestverdienende partner over het eigenwoningforfait 49,5% inkomstenbelasting moet betalen, terwijl dat bij de minstverdienende partner 37,05% is, is de keuze snel gemaakt. Dan moet je het saldo toerekenen aan die minstverdienende partner. Mogelijk speelt dit ook nu al. Dat is een kwestie van rekenen. Het fiscale voordeel van kostenaftrek neemt af bij toerekening aan de meestverdienende partner. Op enig moment – uiterlijk 2023 – levert toerekening aan de minstverdienende partner fiscaal meer voordeel op. Dat effect en het daarbij behorende omslagpunt moeten partners goed in de gaten houden.