Studerende kinderen op kosten van de werkgever van vader of moeder!

Studerende kinderen op kosten van de werkgever van vader of moeder!

23 september 2020

Een werkgever kan de studiekosten vergoeden van in Nederland wonende kinderen van een bij deze werkgever in dienst zijnde werknemer.

Dit kan op drie manieren:

1. Een kind van de werknemer krijgt van de werkgever een zelfstandige studietoelage.

Juridisch kan dit geregeld worden door een derdenbeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst of een aanvulling op de arbeidsovereenkomst.
Op deze manier is de studietoelage inkomen van het kind zelf, waarop door de werkgever loonbelasting/premie volksverzekeringen moet worden ingehouden volgens de groene tabel (vroegere arbeid). Het kind is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen; er kan op dit inkomen geen eindheffing worden toegepast en er is geen gerichte vrijstelling mogelijk.
Bij een eenmalige studietoelage hoeft er geen werkgeversheffing Zorgverzekeringswet te worden betaald; bij een periodieke studietoelage is deze premie wel verschuldigd.

Indien de studietoelage niet hoger is dan ca. € 6.800 en het studerend kind laat de loonheffingskorting toepassen, dan hoeft er geen loonbelasting/premie volksverzekeringen te worden ingehouden. De bruto vergoeding is dan dus netto.

2. De werkgever betaalt de studietoelage aan de werknemer en wijst deze studietoelage aan als eindheffingsloon binnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling. 

De studietoelage mag dan niet meer zijn dan wat gebruikelijk is  (=gebruikelijkheidstoets). Ook hier is geen gerichte vrijstelling mogelijk.

Wat is zoal gebruikelijk? Een vergoeding van € 3.000 voor collegegeld en bijkomende studiekosten is volgens een publicatie van de belastingdienst gebruikelijk.

Let er als werkgever wel op dat er voldoende vrije ruimte in de Werkkostenregeling is, anders dient over het bedrag boven de vrije ruimte een eindheffing van 80% te worden betaald.

3. De studietoelage als werkgever geven via een studiefonds. Indien wordt voldaan aan de navolgende drie voorwaarden, dan behoren uitkeringen/verstrekkingen uit een studiefonds voor kinderen van werknemers niet tot het loon:

  • het betreft geen uitkering/verstrekking voor adoptie, overlijden, ziekte, invaliditeit en bevalling;
  • de werknemer heeft geen vrijgestelde aanspraak op de uitkeringen of verstrekkingen;
  • de laatste vijf jaren zijn de bijdragen aan het fonds door de werknemers gezamenlijk minstens evenveel als de bijdragen door de werkgever. Als het fonds nog geen vijf jaar bestaat wordt de periode vanaf de oprichting van het fonds tot aan het jaar waarin de uitkering of verstrekking plaatsvindt genomen. De bijdragen van de werknemer worden ingehouden op het nettoloon.

Uiteraard geldt in alle gevallen dat de vergoede studiekosten ook daadwerkelijk gemaakt worden.