Alweer box 3
5 augustus 2021
Ik heb het vaak over box 3, de vermogensrendementsheffing. Dat heeft een reden. De box 3-heffing wordt door veel belastingplichtigen oneerlijk gevonden. Zij krijgen geen rente op hun spaargeld of moeten zelfs rente betalen, maar betalen nog steeds belasting over het zogenaamde fictieve rendement, wat er in de praktijk niet is.
Doordat de box 3-heffing als onrechtvaardig wordt gezien, vinden er vaak rechterlijke procedures plaats. In eerste instantie vond de Hoge Raad wel dat de heffing in bepaalde situaties onredelijk kon uitvallen, maar dat het aan de regering is daar iets aan te doen. Nu een structurele hervorming uitblijft, schuift de rechter op. Onlangs heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat de box 3-heffing onrechtmatig kan zijn als sprake is van een individuele buitensporige last.
Wanneer er sprake is van een individuele buitensporige last zullen de lagere rechters moeten uitmaken; de Hoge Raad gaat namelijk alleen over de uitleg van de wet en niet over de feiten in een individueel geval. De Hoge Raad merkte wel op dat van een individuele buitensporige last sprake kan zijn als de belastingplichtige inteert op zijn vermogen. Daarbij moet dan niet alleen gekeken worden naar het inkomen uit vermogen, maar ook naar het overige inkomen zoals loon, winst of pensioen. De lagere rechters zullen wel even zoet zijn met de stapel beroepschriften die ongetwijfeld volgt.
Inmiddels is ook in de Tweede Kamer een meerderheid voor aanpassing van de vermaledijde box 3-heffing. Wat er dan voor in de plaats moet komen is niet duidelijk. De Belastingdienst geeft al jaren aan dat een stelselwijziging voor haar niet uitvoerbaar is. De uitdaging is nu te zoeken naar een oplossing die wel aanvaardbaar én uitvoerbaar is.
Misschien is een wijziging van box 3 wel een Pyrrusoverwinning. Verschillende partijen zijn voorstander van de (her)invoering van een vermogensbelasting. Tot 2001 kende we deze belasting met een tarief van 1%, later 0,7% van het vermogen. Dat lijkt verdacht veel op de huidige heffing in box 3. Deze vermogensbelasting kende een anticumulatieregeling, die er op neer kwam dat je nooit meer dan 80% van je inkomen als belasting betaalde. Dat lijkt dan weer op de uitzondering die de Hoge Raad nu maakt ten aanzien van de box 3-heffing.