Box 3 update
21 september 2023
Het blijft chaos bij de belastingheffing over vermogen. Nog even in herinnering. Eind 2021 besliste de Hoge Raad dat de huidige box 3-heffing onverbindend was omdat deze kan leiden tot een individueel buitensporige last. Kortgezegd de belasting is hoger dan het feitelijke rendement.
Dit arrest kwam na jaren van discussie in de politiek over een eerlijkere heffing zonder dat er een knoop werd doorgehakt over een eerlijker stelsel. De Hoge Raad was dat beu. De overheid besloot daarna twee sporen te gaan bewandelen. Enerzijds kwam er een noodmaatregel, de tijdelijke herstelwet, die er voor moest zorgen dat er niet al te veel belastingopbrengst weglekte en anderzijds, als stip aan de horizon voor de toekomst een geheel nieuw systeem.
De herstelwet houdt in dat spaargeld lager wordt belast en als compensatie ander vermogen hoger. De gedachte is dat spaargeld nauwelijks rendement oplevert en de onredelijkheid van het oude systeem juist daar in zit. Nu is dat zeker waar, maar zijn er ook andere vermogensbestanddelen die niet of nauwelijks rendement opleveren en waar de belasting dus hoger kan zijn dan het rendement.
Daarom loopt er inmiddels een reeks van procedures tegen de herstelwet. Hoewel de regering aangeeft de uitspraak van de Hoge Raad met vertrouwen tegemoet te zien, is de Belastingdienst voorzichtig. Voorlopig worden er geen definitieve aanslagen opgelegd totdat de Hoge Raad een beslissing heeft genomen. Met een beetje pech kan dit de overheid opnieuw miljarden kosten.
Daarom is het ook van belang dat de nieuwe wet er zo snel mogelijk komt. De regering heeft daarvoor onlangs een wetsvoorstel ingediend. Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling was dat deze wet in 2025 zou ingaan is dat inmiddels 2027 geworden. In het wetsvoorstel wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het werkelijk rendement, inclusief waardemutaties van vermogensbestanddelen. Omdat waardestijgingen niet altijd direct tot liquiditeiten leiden, denk bijvoorbeeld aan onroerend goed, wordt in sommige gevallen de heffing uitgesteld tot het realisatiemoment.
Nu maar afwachten of het wetsvoorstel de verkiezingen overleeft en, misschien wel net zo belangrijk, of de Belastingdienst ook in staat is om de wetgeving uit te voeren.