Btw-vrijstelling schuldhulpverlener (niet) afgeschaft
11 mei 2023
Onlangs besliste de Hoge Raad dat de btw-vrijstelling voor commerciële schuldhulpverleners onrechtmatig is. Omdat zelfs de belastingwetgever deze uitwerking ongewenst vindt, is er snel een noodverband aangelegd in de vorm van een beleidsbesluit.
De casus was als volgt: in de Wet op de Omzetbelasting zijn diensten van sociale en culturele aard vrijgesteld van btw. Schuldhulpverleners vallen hier ook onder. In een uitvoeringsbesluit is uitgewerkt dat de instellingen die deze vrijstelling willen toepassen geen winst mogen beogen. Voor schuldhulpverlening is echter een uitzondering gemaakt, zodat ook commerciële schuldhulpverleners de vrijstelling mogen toepassen. Goed geregeld zou je denken.
De Hoge Raad besliste echter dat een dergelijke uitzondering niet in een uitvoeringsbesluit kan worden genomen, dat moet bij formele wet. Een uitvoeringsbesluit is geen wet. Wél kun je als belastingplichtige vertrouwen ontlenen aan uitlatingen van de Belastingdienst. Immers als de Belastingdienst als uitvoerder van de wet zelf zegt dat de vrijstelling van toepassing is, dan kan dat toch moeilijk tegen je gebruikt worden.
De Hoge Raad is van mening dat een uitvoeringsbesluit ook géén uitlating van de uitvoerder van de belastingwet is, maar van de wetgever. Het vertrouwensbeginsel geldt niet voor uitlatingen van de wetgever. De wetgever is immers geen uitvoerder van de wet, dat is de Belastingdienst.
Laat de conclusie even op je inwerken: ondanks dat de wetgever, Belastingdienst en de ondernemer uitdrukkelijk wilden dat commerciële schuldhulpverleners geen btw hoeven te berekenen én belastingplichtige dus niets anders deed dan zich aan deze wet- en regelgeving houden, besliste de Hoge Raad toch dat deze ondernemer fout zat. Hij kon het niet goed doen; immers had hij de vrijstelling niet toegepast, dan was dat in strijd geweest met het uitvoeringsbesluit. Voorwaar een paarse krokodil.
Niet alleen de commerciële schuldhulpverlening wordt hierdoor getroffen, maar ook de commerciële wijkverpleging, jeugdzorg, dagverblijven voor gehandicapten, zorggroepen, geboortezorg en instellingen voor (bedrijfs)maatschappelijk werk. Voor al deze groepen geldt namelijk dezelfde in het uitvoeringsbesluit gemaakte uitzondering. Uiteraard hoogst ongewenst.
De Belastingdienst heeft nu maar, als uitvoerder van de wet, een beleidsbesluit uitgevaardigd waaruit blijkt dat commerciële instellingen toch de btw-vrijstelling mogen toepassen. Daarmee is alles ook formeel weer rechtgezet, de paarse krokodil uit de wereld en kan de bestaande praktijk worden voortgezet.