Jeugd Lage Inkomensvoordeel (Jeugd-LIV) en Lage Inkomensvoordeel (LIV)
30 april 2019
Jeugd Lage Inkomensvoordeel (Jeugd-LIV) en Lage Inkomensvoordeel (LIV)
Per 1 juli 2017 hebben werknemers van 18 tot en met 21 jaar recht op een hoger percentage van het minimumloon. Om werkgevers tegemoet te komen, heeft de overheid de Jeugd-LIV in het leven geroepen. Door middel van deze regeling ontvangen werkgevers per verloond uur een bedrag wanneer de werknemer aan een aantal voorwaarden voldoet, te weten:
- de werknemer moet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen;
- de werknemer moet op 31 december 2017 18, 19, 20 of 21 jaar zijn;
- de werknemer moet een gemiddeld uurloon hebben dat binnen de onder- en bovengrens valt.
De tegemoetkoming over het jaar 2018 zal hoger zijn als de verhoging over de jaren daarna omdat deze wordt vermenigvuldigd met 1,5. Dit in verband met de invoering van de verhoging van het minimumloon per 1 juli 2017. De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de ingediende aangiften loonheffingen over het betreffende jaar. Er wordt een voorlopige beschikking afgegeven vóór 14 maart 2019 door het UWV, waarop indien nodig nog correcties kunnen worden gedaan via de aangifte loonheffingen vóór 1 mei 2019. De betaling van het Jeugd-LIV over het jaar 2018 (inclusief een deel over 2017) zal door de Belastingdienst worden verzorgd binnen 6 weken na de definitieve berekening, die uiterlijk 31 juli 2019 wordt verzonden.
De regeling met betrekking tot het Lage Inkomensvoordeel is ingegaan op 1 januari 2017.
Dit betreft een tegemoetkoming voor werknemers die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- de werknemer moet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen;
- de werknemer moet minimaal 1248 verloonde uren hebben in het kalenderjaar;
- de werknemer heeft AOW-leeftijd nog niet bereikt;
- de werknemer heeft een gemiddeld uurloon tussen de € 10,05 en € 12,58 in 2019.
De LIV bedraagt € 1,01 bij een gemiddeld uurloon tussen de € 10,05 en € 11,07 met een maximum van € 2.000,00 per kalenderjaar.
De LIV bedraagt € 0,51 bij een gemiddeld uurloon tussen de € 11,08 en € 12,58 met een maximum van € 1.000,00 per kalenderjaar.
De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de ingediende aangiften loonheffingen over het betreffende jaar.
Voor wat betreft de voorlopige beschikking van het UWV, als ook de definitieve berekening van de Belastingdienst, alsmede de betaling, geldt hetzelfde als bij de Jeugd-LIV.