Kerstgeschenk

Kerstgeschenk

12 januari 2022

Na bijna een jaar onderhandelen lag er een regeerakkoord met veel fiscaal nieuws. Het echte fiscale vuurwerk kwam echter op kerstavond van de rechter. Die haalde een streep door de box 3 heffing. Daarmee is er na de Toeslagenaffaire en de geheime zwarte lijst een derde acuut fiscaal hoofdpijndossier voor de nieuwe regering.

De fiscale “Pretbox” berekent de belasting over inkomsten uit vermogen op basis van een forfaitair rendement. Naarmate de rente echter steeds verder daalde werd het voor velen ook steeds minder prettig in box 3. Over het jaar 2013 oordeelde de rechter dat de forfaitaire heffing feitelijk in strijd was met de wet, maar dat aanpassen niet de taak is van de rechter. De regering moest met een oplossing komen.

In de jaren daarna bleef de Hoge Raad grotendeels op deze lijn zitten. Tot nu. Kennelijk was de maat vol. Bij een procedure over het jaar 2017 greep ze een kleine wijziging in de systematiek aan om de gehele heffing onderuit te halen. Met een verwijzing naar het regeerakkoord, waarin nieuwe wetgeving pas voor 2025 werd aangekondigd, gaf de rechter voorts de nieuwe regering al een veeg uit de pan.

Wat betekent dat nu? De Hoge Raad heeft aangegeven dat de belasting moet worden geheven op basis van het werkelijke rendement van het vermogen. Voor spaarrente is dat gemakkelijk, in de meeste gevallen is het rendement namelijk niks. Voor beleggingen en bijvoorbeeld onroerend goed is dat echter lastiger. Veel is nog onduidelijk. Zijn vermogenswinsten ook belast? Mogen kosten ook worden afgetrokken? 

Heeft u bezwaar gemaakt tegen uw belastingaanslag 2017, dan zou de Belastingdienst binnen 6 weken uitspraak moeten doen op dit bezwaar. Het moet dan wel duidelijk zijn hoe de belasting wél berekend moet worden. Heeft u geen bezwaar gemaakt dan staat u vooralsnog met lege handen. In elk geval is het verstandig om bezwaar te maken tegen nog openstaande aanslagen.

Het Ministerie van Financiën zal op korte termijn aan de slag moeten om de budgettaire schade zoveel mogelijk te beperken. Niet alleen voor wat betreft de afwikkeling van de oude jaren, maar ook met reparatiewetgeving voor de toekomst.