Opgaaf uitbetaalde bedragen
1 juni 2023
Wie al wat langer in de administratieve wereld rondloopt kent nog wel het formulier IB47. Met dit formulier moest je als ondernemer aangeven als er iemand voor je gewerkt had die niet in dienst bij jou was en die ook zelf geen ondernemer was. De Belastingdienst kon daarmee controleren of de persoon die de werkzaamheden verrichtte niet vergat om de opbrengsten daarvan ook in zijn aangifte op te nemen.
Enige jaren gelden moest de Belastingdienst hals over kop stoppen met deze formulieren omdat op het formulier het burgerservicenummer moest worden ingevuld en dat niet in overeenstemming was met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dat was natuurlijk niet zo handig omdat daardoor controle veel lastiger werd. Daarom is per 2022 het formulier Uitbetaalde Bedragen Derden (UBD) ingevoerd. Omdat dit formulier verankert is in de belastingwet, mag het burgerservicenummer nu wél worden uitgevraagd zonder dat de AVG wordt overtreden.
Daarnaast is er verandert van welke personen opgaaf moet worden gedaan. Er wordt niet meer aangesloten bij het ondernemersbegrip. Het is immers voor de opdrachtgever onmogelijk te zien of de andere partij fiscaal als ondernemer aangemerkt wordt, zeker nu de VAR al een aantal jaren vervallen is. Daarom is het uitgangspunt nu geworden de btw-positie van de opdrachtnemer. Schrijft de opdrachtnemer een factuur met btw uit, dan hoeft de opdrachtgever deze persoon niet te melden bij de Belastingdienst. Wordt er geen btw berekend, dan moet er wel worden gemeld.
De gedachte daarachter is simpel. Doet de opdrachtnemer wél aangifte voor de btw dan is hij of zij bekend bij de Belastingdienst en kan de Belastingdienst de aangifte inkomstenbelasting controleren op basis van de aangiften btw.
Gevolg is wel dat nu in een aantal gevallen de UBD moet worden gedaan ook als de opdrachtnemer ondernemer is. Bijvoorbeeld als sprake is van een minionderneming waarvoor de ondernemer gebruik maakt van de btw-vrijstelling op basis van de zogenaamde kleineondernemersregeling. Ook ondernemers die diensten verrichten waarover geen btw hoeft te worden berekend (vrijgestelde diensten), zoals veel zorgondernemers, vallen nu onder de opgaveplicht. Dit leidt tot een forse extra administratieve last. Hoewel de zorgsector heeft gepleit voor een uitzondering wil de Belastingdienst daar vooralsnog niet mee instemmen.