Wie schenkt er nu eigenlijk?
4 mei 2023
Erfbelasting is wellicht de meest gehate belastingsoort. Veel mensen vinden het een vorm van gelegaliseerde lijkenpikkerij. Heel hun leven betalen ze al belasting en dan moet er bij overlijden nog een keer belasting worden betaald. Je kun het ook anders zien. Wat hebben de erfgenamen nou eigenlijk gedaan om de erfenis te verkrijgen. Meestal niet meer dan het geluk of toeval om in een rijke familie geboren te zijn geworden. Dat de fiscus hun geluk een stukje afroomt is dan niet meer dan normaal.
Hoe u er tegenaan kijkt weet ik niet, maar in elk geval is het voor veel belastingplichtigen een reden om de mazen van de wet op te zoeken. Bij een groot vermogen is een simpele manier om belasting te besparen een gedeelte van het vermogen al bij leven weg te schenken. Weliswaar zijn de tarieven bij schenken en erven gelijk, maar omdat het tarief hoger wordt bij een hoger vermogen kan toch belasting worden bespaard door het vermogen in mootjes weg te schenken.
Om misbruik te voorkomen is er een regeling in de erfbelasting opgenomen waarin staat dat schenkingen binnen een half jaar voor overlijden voor de berekening van de heffing bij de erfenis moeten worden opgeteld (de zogenaamde 180-dagenregeling). De overleden persoon moet uiteraard wel zelf hebben geschonken.
In een recente rechtszaak ging het juist daarover. Niet de overleden persoon had geschonken, maar zijn echtgenote. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze schenking juist door de echtgenote gedaan was met het doel om de 180-dagen regeling te voorkomen. De inspecteur stelde simpelweg dat schenken door de echtgenote hetzelfde was als schenken door de overleden persoon zelf, zeker nu man en vrouw in gemeenschap van goederen waren gehuwd. De schenking kwam dus uit het gezamenlijke vermogen van de man en vrouw.
De rechter dacht daar echter anders over. De wet zegt dat het moet gaan om een schenking die de overledene heeft gedaan binnen een half jaar voor overlijden. Er staat niet “of de echtgenote van de overledene”. De schenking van de echtgenote van de overledene valt dus volgens de rechter niet onder de 180-dagen regel en daarover hoefde dus niet extra belasting betaald te worden.